Fotonummer: 4789

Archiefnummer: 4789

Gezicht op de tuinderij van Bram Zijderveld aan de Vrouwgelenweg hoek Onderdijk. Op de achtergrond de Veersedijk met de kranen van Van Daalen. Ook op de achtergrond maar dan aan de Onderdijk de paardestal/kolenschuur van Machiel (Chiel) van Drunen." De grootvader van mijn vader was hier al tuinder". Zijderveld (45) tuinder te HIA: "Het model van het land is wat onhandig. Een kant van het land is rond. Het ligt in een bocht van de Vrouwgelenweg." Zijderveld heeft drie hectare grond, waarop overigens een deel van de weg die erlangs loopt in mindering moet worden gebracht. Op de voorgrond frisse tinten groen van sla en andijvie, op de achtergrond een rij kassen in het midden onderbroken door een schuur. Rechts ligt de dijk langs de Noord. Voor de dijkverzwaring heeft hij een aantal jaren geleden een strook van acht meter breedte van zijn land moeten afstaan en de vrees lijkt niet ongegrond dat in de toekomst nogeens een stuk van het bedrijf aan de dijkverbetering moet worden opgeofferd. Daarmee zou het einde weleens gekomen kunnen zijn van een tuinderij die geslachtenlang in dit hoekje van Hendrik Ido Ambacht werd in stand gehouden door de familie Zijderveld. "De grootvader van mijn vader was hier al tuinder, ' vertelt Zijderveld. Glazen tuin: Zesduizend vierkante meter glas telt het bedrijf. "Ik ben geen glastuinder," zegt Zijderveld onomwonden. Eigenhandig hebben de Zijdervelds hun glazen tuin opgebouwd van platglas tot warenhuis en geleidelijk aan zijn vervolgens de ramen vervangen door houten Venlodek. "Daarmee zijn we nu rond," stelt hij vast. Onder dat glas zal men dus geen geraffineerde technische zaken aantreffen en wat de verwarming betreft blijft de zon de voornaamste energiebron. "We stoken heel weinig, alleen als het nodig is om de gewassen vorstvrij te houden. We gebruiken dan C02-branders." De nadruk valt toch op de teelt van gewassen in de open lucht. Zo wordt dat in vakkringen echter niet gezegd. Daar kijkt men vermoedelijk meer naar de bodem dan naar de lucht en men heeft het bijgevolg over teelt in de open dan wel in de volle grond. Samen met een vaste werknemer, T. Zijderveld ("geen familie, maar hij werkt al dertig jaar op het bedrijf, eerst bij mijn vader en daarna bij mij.") en als het zo uitkomt wat losse hulpkrachten, zorgt tuinder Zijderveld ervoor dat een vrijwel constante stroom smakelijke gewassen zijn bedrijf verlaat op weg naar de veiling Barendrecht. Eigenlijk is alleen februari een maand waarin de Zijderveldse hoorn des overvloeds enkele weken verstopt schijnt te zijn. Dit bijna complete produk- tiejaar wordt bereikt door het inschakelen van de produktie onder glas. "Een paar jaar geleden kwam ik van oktober tot half maart niet op de veiling. Toen had ik die heteluchtkachels nog niet. Maar het zou nu niet meer kunnen, dat je zolang niets ontvangt," licht Zijderveld toe. Hele land rond met sla Hij streeft ernaar het werk op zijn land op 20 maart te beginnen als het weer het even toelaat. Er wordt clan begonnen met het poten van een hoek sla (de slaplantjes worden geleverd door een Westlandse plantekweker; voorheen produceerde Zijderveld ze in eigen kas maar het is efficienter om ze te kopen). Daarnaast worden delen van het land beteeld met andijvie, bloemkool, prei en spitskool. Deze gewassen worden na elkaar geoogst, en het oogsten begint eind mei. Op die manier raakt elke week een deel van het land leeg. Op het vrijgekomen stuk wordt sla gepoot. "Zo gaan we het hele land rond met een gewas sla, ongeveer zeven weken achtereen. Maar na vijf weken is de eerste sla alweer rijp voor de oogst, want de sla heeft alleen in het eerste begin van het seizoen zeven weken nodig om te rijpen." Eind juni is het land alweer aardig leeg aan het raken. "Dan gaan we het niet onmiddellijk weer volpoten, want anders krijg je het niet weggeoogst. Je moet ervoor zorgen dat er geen opstoppingen ontstaan. Desondanks gebeurt het wel dat de natuur een gewas dat je in twee achtereenvolgende weken hebt gepoot in een en dezelfde week oogstklaar laat worden. Dan moet je extra hulp zien te krijgen, scholieren bijvoorbeeld, om het van het land te halen." Zeven porties Na eind juni wordt opnieuw op het hele land sla gepoot en geoogst. Ofschoon de groeiperiode dan vijf weken is, wordt het land toch in zeven porties verdeeld opdat alles beter kan worden verwerkt. "Dan staat de planning niet zo gespannen," zegt Zijderveld. Hierna wordt nog een derde ronde sla geproduceerd. Nu echter van tweederde van het land. Eenderde wordt beteeld met andijvie. De sla moet voor half oktober worden geoogst en de andijvie tussen half oktober en de eerste week van november. Daarna is het land leeg. In september wordt in de helft van de kassen selderij gepoot. Die wordt in december en januari geoogst. Het is dus een aardig gewas om de wintermaanden te overbruggen. In de ande re helft van de kas wordt in december spinazie gezaaid en als de selderij is geoogst, komt daarvoor in de plaats ook spinazie. De spinazie wordt dus in twee groepen gezaaid met een onderlinge afstand in tijd van zes weken. Als gevolg van de langzame groei in de winter zijn beide groepen met maar een verschil van tien dagen oogstrijp. Begin maart wordt de spinazie in de kas geoogst. Er komt sla voor in de plaats. Half mei gaat deze glassla naar de veiling en de kassen worden voor eenderde met tomaten en eenderde met bonen gevuld. Die worden zamers door scholieren geplukt. Eenderde van de kassen blijft leeg. Zijderveld: "Ik heb werk genoeg en bovendien wil ik de kassen in september leeg hebben om de soepgroente te kunnen poten. Op bedrijven zoals dit komt het vrij veel voor, dat het glas zomers leeg staat." Knolselderij Onder platglas wordt tussen eind februari en 20 mei knolselderij geteeld. Zijderveld levert deze als pootgoed aan akkerbouwers. "Dat is de enige teelt waarvan ik van tevoren precies weet wat ik ervoor ontvang," zegt hij. Er wordt namelijk tevoren met de afnemer een overeenkomst gesloten. Zijderveld laat het ploegen en (machinaal) spitten verrichten door een loonbedrijf. Ook het verwijderen van afgedragen gewas uit de kassen laat hij door een loonwerker doen. "Die komt even met een machine en schuift het eruit. Zelf zou je uren bezig zijn, of je moest zelf allemaal dure machines aan- . schaffen," vindt hij. Wel heeft tuinder Zijderveld een aantal kleinere machines: een schoffelmachine, een paar freesmachines, een pootmachine. In de schuur, waarin een koelruimte en en sorteerruimte zijn ingericht, staat een sorteermachine voor de tomaten. Hij heeft geen trekker, omdat hij vindt dat het rijden ermee de structuur van het land te zeer zou schaden. Via paden kan tweederde deel van het land met de auto worden bereikt. Voor het andere stuk wordt een lorrie, een karretje op rails, nog weleens gebruikt. Altijd onverwachts "Er valt nog heel wat te doen om alles van het land af te krijgen," aldus tuinder Zijderveld. "Mijn vader werkte met zeven man; dat zou nu niet meer kunnen." Het gezin levert zo nu en clan ook wat arbeidskracht. Vooral de oudste van de drie dochters was erg geinteresseerd in het bedrijf. Maar zij is inmiddels getrouwd. Mevrouw J. P. Zijderveld-Oosthoek (43) springt van tijd tot tijd ook bij. Ze heeft echter geen vaste taak in het bedrijf. "Ik zou niet willen dat ze elke dag op het land .in het ploeteren was," zegt haar man. Maar zo nu en clan is het weleens nodig dat ze een handje toesteekt bij het sorteren of het tomatenplukken bijvoorbeeld." Mevrouw Zijderveld: "Het gebeurt altijd onverwachts dat je hulp nodig is." Het loonbedrijf wordt ook ingeschakeld voor het machinaal verspreiden van stalmest over het land. Ook dat was voorheen handwerk. Op het bedrijf wordt zowel kunstmest als stalmest toegepast. Uiteraard moet er ook worden gewaakt tegen beestjes die de smakelijke gewassen aan de Vrouwgelenweg aanzien voor hun prive-luilekkerland en tegen schimmels en ziektekiemen die de gezondheid van de planten belagen. Daartegen wordt met chemische gewasbeschermingsmiddelen gespoten. Dat doen de beide Zijdervelds zelf. Ook hierin is in de loop van de tijd verandering gekomen: "Vijf, zes jaar geleden spoten we de sla iedere week, nu is het twee keer in de vijf weken. Bovendien hebben we minder giftige middelen clan vroeger," aldus Zijderveld. Een betrekkelijk nieuw verschijnsel is, dat ook waakzaamheid nodig is tegen mensen die menen dat zij zichzelf gratis kunnen bedienen van wat er op de tuinderij groeit. Ook wat dat betreft gaan de veranderende tijden niet onopgemerkt aan het bedrijf voorbij. Alfred van Dijk, 19-11-1981

Heeft u aanvullingen/verbeteringen? Klik hier

Cookies