11. De deels onbedijkte gronden Groote- en Kleinezand en het Voetpad werden in 1856 door H. de Kat uit Dordt tot een geheel bedijkt. Hij noemde het 'Sophiapolder', naar de vrouw van koning Willem III. Hij liet een woonkeet bouwen met landbouwschuur, een opzichterswoning op de Veersedijk en een veerpont. In 1906 werd de Dordrechtsche Landbouwonderneming eigenaar, die de voorkeur gaf aan een opzichter die op de polder zou wonen en waartoe een deel van de schuur in 1907 tot woonhuis werd ingericht. De twee achtereenvolgende opzichters Klaas van Vliet en zijn neef Leendert zijn beiden na de ramp van een stormvloed vertrokken, respectievelijk na 1916 en 1953. Het veerhuis was in 1922 afgebroken, maar werd in 1954 herbouwd voor de nieuwe opzichter P. van Vliet. De schuur brandde in 1957 gedeeltelijk af. Uit Oude ansichten dl. 2 door F. Jorissen blz. 11